Page 16 - Inspectierapport Konijn & Ko 8+ BSO 02-12-2024
P. 16
Opleidingseisen
Beroepskrachten en andersgekwalificeerde beroepskrachten beschikken over een passende
opleiding zoals opgenomen in de meest recent aangevangen cao Kinderopvang.
(art 1.50 lid 1 en 2 en 1.60c lid 2 Wet kinderopvang; art 15 lid 1, 2 en 19a Besluit kwaliteit kinderopvang; art
9a lid 1 en 3 Regeling Wet kinderopvang)
Aantal beroepskrachten en eisen aan de inzet van beroepskrachten in opleiding,
andersgekwalificeerde beroepskrachten en stagiairs
De houder van een kindercentrum zet voldoende beroepskrachten in voor het aantal kinderen dat
wordt opgevangen. De verhouding tussen het minimaal aantal in te zetten beroepskrachten en het
aantal aanwezige kinderen op het kindercentrum wordt bepaald op grond van de rekenregels bij
het besluit.
Gedurende de buitenschoolse opvang bestaat maximaal de helft van het totaal aantal benodigde
beroepskrachten uit beroepskrachten in opleiding, stagiairs of andersgekwalificeerde
beroepskrachten. Daarbij mag maximaal een derde van het totaal aantal benodigde
beroepskrachten bestaan uit stagiairs of andersgekwalificeerde beroepskrachten.
(art 1.49 lid 1, 1.50 lid 1 en 2 en 1.60c lid 1 Wet kinderopvang; art 16 lid 1, 2, 3, 4, 8 en bijlage 1 onderdeel b
en c Besluit kwaliteit kinderopvang; art 9c lid 3, 4 en 5 Regeling Wet kinderopvang)
Accommodatie
Eisen aan ruimtes
De binnen- en buitenruimtes waar kinderen verblijven gedurende de tijd dat zij worden
opgevangen, zijn veilig, toegankelijk en passend ingericht in overeenstemming met het aantal en
de leeftijd van de op te vangen kinderen.
(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang; art 19 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang)
Een kindercentrum beschikt over ten minste 3,5m² binnenspeelruimte per in het kindercentrum
aanwezig kind.
(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang; art 19 lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang)
Een kindercentrum beschikt over ten minste 3m² vaste buitenspeelruimte per in het kindercentrum
aanwezig kind. De buitenspeelruimte is bij voorkeur aangrenzend aan het kindercentrum. In het
geval een buitenspeelruimte niet aangrenzend is, is deze gelegen in de directe nabijheid van het
kindercentrum en voor kinderen toegankelijk en veilig bereikbaar.
(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang; art 19 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang)
16 van 21
Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 02-12-2024
Konijn & Ko 8+ BSO te Lochem